Ze kwamen als vluchtelingen naar Nederland en zijn inmiddels beiden statushouder. Kamel (22) uit Irak en Issam (28) uit Syrië. Ze zijn vrienden en ze noemen zich zelfs buren, want zó groot is Twello in hun beleving niet. We voeren het gesprek in het Nederlands, “want dat is goed voor hun taalontwikkeling” aldus Rex Hendriksen. Rex helpt als matchmaker gemeenten en andere organisaties door statushouders te begeleiden naar werk of studie.
Door Jos Bosch
Een uitbundig lachsalvo valt mij ten deel aan de telefoon, wanneer ik de mannen bel om aan te geven dat ik wat later ben. Waarom ze lachen? “Nederlanders komen nooit te laat, zo hebben wij dat geleerd” aldus het tweetal. Korte tijd later ontmoeten wij elkaar, waarbij de vrolijke toon al is gezet. Brede glimlachen en een hartelijke elleboogstoot als begroeting, gevolgd door mijn eerste ‘les’ aan hun; in Nederland is niets voorspelbaar, zelfs niet het weer.
Onzeker en niet verzekerd
We gaan het hebben over de gezondheidszorg en de grootste verschillen tussen Nederland en Irak/Syrië. De gezondheidszorg is in Nederland goed geregeld, maar we zijn veeleisend en hebben hoge verwachtingen. Wij Nederlanders vinden de zorg vooral duur. “Wij kennen dat niet, verzekeringen. Als je naar de dokter of het ziekenhuis gaat, moet je alles zelf betalen.” Een grote onzekerheid, want naast dat je niet altijd weet wat je mankeert, weet je ook niet of je kan worden geholpen én wat het je gaat kosten.
Geen huisarts maar specialist
Maar wanneer je alles zelf moet betalen, ga je dan nog wel naar een dokter? Issam glimlacht bij de gedachte aan ons luxe systeem van huisarts en doorverwijzingen. “Wij gaan niet naar de huisarts maar direct naar een specialist. Als je iets met je hart of rug hebt, ga je naar de specialist die daarvoor is. Bij ons kost de huisarts geld maar kan vaak niet helpen” vervolgt Kamel. “Dus beter gelijk naar de goede arts, die weet wat er moet gebeuren. De arts in het ziekenhuis gaat je ook zelf behandelen.”
De apotheek is er voor ‘alles’.
Het lijkt zo gek nog niet, direct naar de arts waarvan je denkt dat hij/zij je kan helpen. Geen tijd en kosten verdoen aan doorverwijzingen. Maar wat, wanneer je niet exact kan aangeven wat je mankeert? Issam en Kamel maken de bewegingen van ‘heen en weer’ en begrijpen waar ik met mijn vraag naar toe wil. “Een eerste stap is dan naar de apotheek. Die geeft je medicijnen en als dat werkt? Dan is het klaar en een arts niet nodig. Werkt de medicatie niet? Dan ga je terug, krijg je andere medicijnen of je gaat toch naar een arts.” Kortom, beter worden is soms een gok met risico’s, die vooral wordt bepaald door de financiën.
Tussen paracetamol en antibioticum
De eenvoud van ons paracetamolletje was voor de mannen een vreemde gewaarwording. Woon je in Irak of Syrië, dan krijg je bij pijn een prik die verdoofd. Of je krijgt – vrijwel standaard – antibioticum. Kamel: “Als je koorts hebt, krijg je een prik, die kan je gewoon krijgen in de apotheek. Maar die prikken zijn totaal niet goed!” We krijgen uitleg over het ‘ouder worden’. Wie in Irak of Syrië de leeftijd van 50/55 heeft bereikt is oud. “Als je ouder wordt, komen pijn en klachten terug. De prikken zijn een soort verdoving, maar het zijn eigenlijk gevaarlijke stoffen.”
Twee ambulances voor heel Nederland.
Uiteraard praten we ook over de acute zorg. Wanneer je plotseling ziek wordt of je bent betrokken bij een ongeluk. “In Nederland moet een ambulance er met 15 minuten zijn. Een ziekenhuis heeft bij ons maar een paar ambulances en je moet veel uren rijden voordat je er bent. Laat je de mensen op straat liggen, dan gaan ze dood.” Vanuit dit perspectief zou het er in Nederland op neerkomen, dat we twee ambulances ter beschikking hebben voor het gehele land. “Bij ons hebben ze geen respect voor tijd. Dat is onze ‘normaal’, want het is overal in het land zo. Waarom er geen ambulances zijn? Daar is geen geld voor!”
De sociale maat; ‘familievrienden’
Wanneer je weet, dat een ambulance je leven niet kan redden, pak je het anders aan. Familie en vrienden spelen daarin een hele belangrijke rol. “We pakken iemand in de auto en brengen de persoon naar het ziekenhuis, al is dat 3 of 4 uren rijden.” Zorgen voor elkaar, het is een vanzelfsprekendheid voor wie weinig heeft en aangewezen is op een ander. Het sociale aspect, waar het in Nederland nog wel eens aan schort. Weten wie je buren zijn en omkijken naar elkaar. Daarbij zijn familie en vrienden je thuis en veiligheid. Mooie kapstok om daarover nog eens een gesprek aan te gaan.
De heren bedank ik voor dit fijne positieve gesprek en geef ze een compliment aangaande hun gevoel voor humor, want tussen de verhalen door werd er veel gelachen. Ze begrijpen onze kwinkslagen en zijn optimistisch. Een vervolg op dit gesprek? “Ja, graag!”
woensdag 21 april 2021