Teuge/Twello- Molukse kinderen gingen op Teuge naar school. In het kamp volgden zij de kleuterschool en de eerste twee klassen van de lagere school. De kleuterschool werd geleid door twee Molukse vrouwen, die ervaring hadden in het onderwijs. De Nederlandse overheid stelde twee leerkrachten aan van Indische afkomst om onderwijs te geven aan de Molukse kinderen in de eerste en tweede klas van de lagere school. De leerkrachten beheersten de Maleise taal, waardoor de contacten met de kinderen en de ouders beter verliepen.
Onder begeleiding van enkele mannen liepen de schoolkinderen uit het kamp naar school. Men achtte het niet verantwoord om de kleintjes alleen de drukke Rijksstraatweg te laten oversteken. Ook de kinderen aan De Zanden (bij het vliegveld) werden vanwege de lange afstand van het kamp naar school begeleid. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen is er toen toch een kind bij het oversteken om het leven gekomen. Het kampschooltje ging niet verder dan de tweede klas. Voor de derde klas ging men buiten het kamp in Teuge naar school. Hier kon men kiezen tussen de School met den Bijbel of de Openbare Lagere School. Beide scholen stonden naast elkaar op de Rijksstraatweg, waarvan de eerste het meest werd bezocht. De taal vormde in het begin een groot struikelblok, maar door de omgang met Nederlandse kinderen werd de achterstand zo veel mogelijk ingehaald. De kinderen werden voor hun ouders – die meestal de Nederlandse taal nog niet beheersten - spreekbuis en tolk. In het vervolgonderwijs volgden de meeste meisjes het verzorgend onderwijs en de jongens kozen vaak voor een technische opleiding; zij werden vaak door de ouders gestimuleerd een timmeropleiding te volgen. Zij hielden nog steeds rekening met een tijdelijk verblijf en terugkeer naar de Molukken, waar timmerlieden schaars waren. In het kamp woonde tevens een groep van elf studenten, afkomstig uit andere kampen. Hen werd onderdak geboden vanwege het feit dat zij studeerden aan de Zeevaartschool in Apeldoorn, de Tropische Landbouwschool in Deventer en de Kunstacademie in Arnhem. Zij waren verdeeld in twee groepen en woonden op de bovenverdiepingen van twee barakken. Het CAZ (Commissariaat voor Ambonezenzorg) bekostigde studie en reiskosten en voor de maaltijden van de gaarkeuken werden ze ingedeeld bij bepaalde gezinnen in het kamp.
Verhuizing van Teuge naar Twello
Toen bekend werd dat in 1970/1971 de Molukse gemeenschap grotendeels van Teuge naar Twello zou verhuizen, besefte men dat er een ernstig tekort aan basis- en kleuterscholen zou ontstaan, Geert van der Zande was toentertijd voorzitter van de CNS scholen (Christelijk Nationale Scholen), namelijk ‘De Wingerd’ aan de Iordensweg en kleuterschool ‘Het Rankje’ aan de IJsbaanweg. Er lagen reeds plannen voor uitbreiding omdat het aanbod van kinderen bij CNS groot was, maar de komst van de Molukse kinderen noopte tot snelle besluiten.
De eerste contacten met de gemeente waren door het bestuur al gelegd en het was wachten op goedkeuring van de plannen. Geert van der Zande hield besprekingen op Teuge met de leider van de Molukse gemeenschap. Hij maakte de leider door middel van een tolk, mevrouw Coba Wattimena, duidelijk, dat het bestuur zich hard maakte voor een passende opvang en goed onderwijs van alle kinderen op kleuter- en basisschoolleeftijd. Eveneens was er veel overleg met onderwijspersoneel, want het team van leerkrachten moest worden uitgebreid. Omdat kleuterschool ‘Het Rankje’ vol was, moest er creatief gehandeld worden. Dat verliep wél doeltreffend, maar niet op de gebruikelijke wijze. Er werd in allerijl een tweede kleuterschool, een houten noodgebouw, zonder toestemming van de gemeente op een braakliggend terrein geplaatst. Daarbij heeft een aantal ouders daadkrachtig geholpen. De financiering daarvan werd toen door de vereniging zélf gerealiseerd. Dit gebouw is na voltooiing van het toekomstige stenen schoolgebouw weer afgebroken.
KBO – een nieuwe vorm van onderwijs
Voor de financiering van een nieuw stenen gebouw heeft Geert van der Zande zich 100% ingezet als voorzitter van de CNS. Bovendien stond een krachtig bestuur alsmede de gemeenteraad volledig achter hem. Ter realisering van dit doel waren er heel wat hindernissen te nemen. Uiteindelijk is hij daarvoor met andere bestuursleden afgereisd naar Den Haag. Dat heeft geresulteerd in een subsidie van 1.2 miljoen guldens. Toen hij belde om burgemeester Daniël baron Mackay in te lichten, die op dat moment in een vergadering zat, kon deze niet geloven, wat de voorzitter voor elkaar had gekregen. Van der Zande werd onmiddellijk ontboden de vergadering bij te wonen om het college in te lichten.
De Molukse lagerschoolkinderen werden vervolgens ondergebracht in ‘De Wingerd’, een bestaand schoolgebouw, en in de nieuwe locatie ‘De Oase’ aan de Troelstralaan. Het ging om een KBO-gebouw, waarin zowel kleuter- als ook basisonderwijs samen werden ondergebracht. De combinatie van kleuter- en basisonderwijs onder één dak was toen echter nog volstrekt uniek; zowel bij ouders als bij de gemeente onbekend in deze streek. Pas 10 jaar later zou dit officieel erkend worden. Het idee voor deze integratie ontstond tijdens weekendtripjes van Van der Zande, die met zijn gezinnetje regelmatig naar zijn boerderijtje in Boertange vertrok. Onderweg werd zijn aandacht getrokken door de bouw van een school, waarop hij op die bewuste dag de auto stilzette, om te informeren naar de achtergronden en vergunningen. Hij werd verwezen naar een specialist die hem vertrouwd maakte met een nieuwe – in Drenthe wél bekende – onderwijsvorm. Kleuter- en basisschool bij elkaar om de drempel te verlagen en het contact tussen kleuter en eersteklasser te bevorderen. Dat kon door een inpandige verbinding, een patio, worden bewerkstelligd. Dát idee sprak Van der Zande enorm aan.
Bij aankomst van de uit Teuge vertrokken kinderen trachtte men in 1970/71 de leerlingen vanaf het begin te integreren en vormde gemengde klassen samen met Nederlandse kinderen. Het hele concept heeft zich als uitermate succesvol bewezen.
woensdag 6 april 2016, foto door Foto: collectie Historisch Museum