De samenwerking betreft een proefproject met een looptijd tot eind 2025. Het waterschap en de Gebiedscoöperatie hebben veel dezelfde doelstellingen om de Zuidelijke IJsselvallei verder te ontwikkelen en te optimaliseren. Beide organisaties willen in het gebied samen werken aan een bodem- en watersysteem dat is opgewassen tegen weersextremen én meer betrokkenheid tussen partijen creëren.

In de proef gaat het om het beheer van ruim veertig kilometer aan sloten met aandacht voor onder andere slootmaaisel, boerenstuwen en waterbergingsgebieden. Slootmaaisel wordt bijvoorbeeld hergebruikt door agrariërs in de regio. Er wordt een gebiedsteam ingesteld met daarin vertegenwoordigers van het waterschap en de Gebiedscoöperatie.

Nulmeting en monitoring
Tijdens de proef worden kosten inzichtelijk gemaakt en gaat het waterschap een nulmeting doen op het gebied van bodem- en waterkwaliteit, biodiversiteit en peilbeheer. Beide partijen doen onderzoek op het gebied van water- en bodemkwaliteit en ecologie. Na afloop van de proef wordt beoordeeld of voortzetting wenselijk is.

De insteek is om zoveel mogelijk samen te werken met loonwerkers uit de buurt. Het eerste jaar is dat nog aannemingsbedrijf Netjes uit Kampen, omdat het waterschap nog een contract heeft met dit bedrijf.

Korte lijnen
Op 16 december tekenden Jan Willem Breukink, Andries de Bruin en Martin Bosman namens de Gebiedscoöperatie Zuidelijke IJsselvallei en John ten Pas, teamleider Beheer Watersysteem en Waterkeringen bij Waterschap Vallei en Veluwe de samenwerkingsovereenkomst.

‘Voor de Gebiedscoöperatie is dit een belangrijke stap. Wij hechten er aan om samen met het waterschap op te trekken en samen te werken voor schoon water en een gezonde bodem. De lijnen zijn kort en we werken heel open en transparant. Deze samenwerking gaat in meerdere opzichten veel winst opleveren voor het gebied en voor de grondeigenaren’, reageert Jan Willem Breukink, bestuurslid van de gebiedscoöperatie.

Voor het waterschap betekent de samenwerking een belangrijke stap met het oog op het verbeteren van de waterkwaliteit en meer biodiversiteit in het gebied. Er ontstaan kortere lijntjes waardoor vanuit het maatschappelijke belang de goede dingen samen beter kunnen worden gedaan.