De telefoon blijft onophoudelijk rinkelen, zelfs op deze zondagmorgen. De reserveringen stromen binnen en vandaag zullen de eerste gasten al om 11:00 uur op de stoep staan. Terwijl Miranda de reserveringen ordent en personeel de koelingen bijvult, blikken we met Bert terug op de afgelopen periode en dan met name de uitspraak van de rechter m.b.t. de vermeende geluidsoverlast en een uitsterfconstructie voor de attracties.

Géén geluidsoverlast
Doordat buren klaagden over geluidsoverlast is destijds in samenspraak met de gemeente een specialistisch bedrijf ingeschakeld. Bert: “Dat was een onderzoek van meer dan 120 pagina’s waaruit bleek dat we voldoen aan de wet- en regelgeving aangaande het geluidsniveau.”

De gemeente Voorst ging volgens Bert niet akkoord met dit onderzoek. “Toen is een ander bedrijf ingeschakeld, dat ook het voorgaande bedrijf controleerde. En ook dit bedrijf heeft gesteld: je voldoet overal aan. Dus op het punt van geluidsoverlast hebben we in de rechtszaal gewonnen!”

De muziek, die op de achtergrond draait bij de buiten gestalde attracties, mag dus blijven draaien. En het enthousiaste geluid van de kinderen? Lachen, juichen tot zelfs krijsen? Bert: “Een kind in een attractie veroorzaakt geluid, maar dat kan ook in een draaimolen. Dat kun je nooit voorkomen en hoort bij het vermaak.”

De kracht van het bedrijf
Vele jaren geleden waren het medewerkers van de gemeente Voorst die de formule van Bert en Miranda juist toejuichten. Een dergelijke onderneming was een aanwinst voor de gemeente Voorst en goed voor het aantrekken van toerisme. De combinatie van pannenkoekenhuis met attracties is ook juist de kracht van het bedrijf. Het verwonderde Bert en Miranda dan ook dat deze zelfde gemeente aan de stoelpoten van het bedrijf knaagde.

“De kracht is dat ons bedrijf bekend staat om de attracties. Mensen komen niet vanuit het hele land naar Voorst voor een schommel of wipwap!” aldus Bert van Welsem. De attracties mogen ook blijven staan, maar de rechter gaat wel mee in het verzoek van de gemeente tot een zgn. uitsterfconstructie. Bert: “De gemeente is anderzijds van mening dat er voor alle attracties een bouwvergunning moet komen. Dat is in het verleden nooit ter sprake gekomen en daarbij komt, dat alle attracties verplaatsbaar zijn.”

Bert vervolgt: “De gemeente vindt ook dat de attracties met de hand aangedreven moeten zijn. Met andere woorden: de gemeente gaat mij nu, na 31 jaren vertellen hoe ik een bedrijf moet runnen, zo komt het op mij over.”

In gesprek met de gemeente
Speelparadijs Pannenkoekenhuis Voorst heeft inmiddels al 31 jaar dezelfde eigenaar. “Dat zegt toch wel wat? Dan heb je het toch niet verkeerd gedaan?” is de retorische vraag van Miranda. Bert en Miranda leerden elkaar 38 jaar geleden kennen als collega’s bij een pretpark in Apeldoorn. Ze zijn ondernemend, enthousiast, hebben een fijne band met hun team en zetten de schouders nog graag vele jaren onder de bloeiende onderneming.

“Daarom willen we nog met de gemeente in gesprek over het uitsterfgebeuren. Kijk, we onderhouden de attracties allemaal zelf en dat gaat ook prima, dat kunnen we volhouden. Maar stel dat ik de draaimolen een keer wil vervangen, dan zou daar toch eenzelfde soort draaimolen weer moeten kunnen staan?”

Een bloeiend bedrijf
Bert: “Vroeger stonden de auto’s van onze bezoekers tot aan de kerk geparkeerd en hadden we een parkeerwachter op de straat. Dat was nooit een probleem. Die hoeveelheid bezoekers van toen hebben we allang niet meer, er is immers tegenwoordig zóveel meer aan horeca en attracties. Toch is er nu sprake van overlast …”

“We zijn een bloeiend bedrijf dat van de rechter op de oude voet door mag draaien. Mensen zijn bij ons een dagje uit, de kinderen kunnen zich hier uren vermaken. Bij andere bedrijven met attracties betaal je een toegangsprijs én je betaalt voor het eten. Onze bezoekers komen lekker wat eten en kunnen kosteloos genieten van de spellen en attracties.”